In de Parshat Pinhas leren we het buitengewone verhaal van de dochters van Zelophehad ben Hepher.
Zelophehad was een man die alleen dochters had en geen zonen, en hij leefde in de woestijn tijdens de dagen van Mosjé.
Volgens de Tora verloopt de erfenis via de mannelijke lijn, niet via de vrouwelijke lijn, wat logisch is. In de oudheid bestond erfenis voornamelijk uit land, dat bewerkt moest worden. Het waren de mannen die wisten hoe ze het land moesten bewerken, niet de vrouwen. Daarom, als een erfenis door de familie ging en de familie ondersteunde, ging het natuurlijk door de mannen, niet door de vrouwen. Maar Zelophehad had alleen dochters. De dochters kwamen naar Mozes en vroegen wat er met de erfenis van hun vader zou gebeuren.
Als gevolg van het verhaal van de dochters van Zelophehad werd er een nieuwe wet opgesteld. Er werd bepaald dat wanneer een man geen zonen heeft, zijn dochters hem erven. Dit is tot op de dag van vandaag de wet onder het volk Israël.
Wat uniek is aan dit verhaal is dat deze richtlijn niet rechtstreeks van de Heilige, Gezegend zij Hij, naar Mosjé kwam, maar pas nadat de dochters van Zelophehad de kwestie aankaartten. Dit voegt zich in een reeks van kwesties waar de Tora getuigt dat Mosjé niet wist hoe te reageren op een initiatief van de natie of een groep binnen de natie, en pas nadat de kwestie was opgeworpen hoorde Mosjé de oplossing van de Heilige. Gezegend zij Hij.
Het klassieke geval is het verhaal van de dochters van Zelophehad, dat aansluit bij het verhaal van de mannen die ritueel onrein waren en niet het Pesah-offer konden brengen in de Parshat B'haalot'kha. Mosjé vroeg de Heilige, Gezegend zij Hij, wat hij moest doen en Hij vertelde hem over de Pesach Sjeni. Op dezelfde manier zien we het verhaal van Pinhas ben Elazar, die optrad tegen Zimri ben Salu, waar Mosjé niet precies wist wat hij moest doen, maar Pinhas wist het wel.
Er zijn nog meer van dit soort vragen waar we zien dat het initiatief voor opheldering van het volk komt, en dan openbaart de Heilige, Gezegend zij Hij, de oplossing aan Mosjé. Dit onderstreept de waarde van de rol van het volk in het zoeken naar begrip en het Goddelijke antwoord op hun vragen.
Wat betekent dit alles? Het betekent dat de Tora via twee kanalen wordt geopenbaard: één direct kanaal van Boven, via Mosjé - Mozes, onze leraar, de rabbi - maar er is ook Tora die via het publiek, via de natie van beneden gaat.
Stel dat we ons verdiepen in de gemene deler van alle gevallen waarin Mosjé niet meteen het antwoord wist. In dat geval zijn ze allemaal op een of andere manier verbonden met Josef. Josef ben Ja'akov en zijn nakomelingen zijn degenen die deze vragen stellen. Hieruit begrijpen we dat om de Goddelijke Wil te kennen, we in twee richtingen moeten luisteren: van Boven naar beneden, maar ook naar het Goddelijke Woord dat van beneden naar Boven werkt via het volk. De mensen hebben een bepaalde wijsheid, een goddelijke heilige geest die in hen leeft, die ons soms de wet en de uitspraak leert.